Inspirerend onderwijs

Bouwstenen voor een kleuterkonijnenhok

Een gouden start met jouw kleuters

Boaz Bijleveld en Janneke van Kammen

Boaz Bijleveld is onderwijspsycholoog en gezinstherapeut. Zijn expertise binnen het onderwijs is groepsvorming en pesten, waarbij hij wetenschappelijk onderzoek vertaalt naar de praktijk tijdens het werken met groepen en klassen. Hij is auteur van onder meer De Gouden Weken 2.0 en De Zilveren Weken.
Janneke van Kammen (Juf Janneke) is veertig jaar leerkracht in groep 1/2, waarvan de laatste acht jaar in groep 2/3. Als specialist jonge kind en rekencoördinator geeft ze trainingen en workshops over het jonge kind voor Wizz Scholing.

Wat vind je leuk om te doen Nijntje, vraagt vader

Zoveel! Roept Nijntje blij

Tekenen en kleuren vind ik fijn

En steppen op mijn step

En klimmen in de boom

Rijden met mijn trein

Maar het leukst vind ik

Samen spelen!

(Dick Bruna, 2015)

 

Kleuters zijn geen leerlingen, maar zijn het dan wel Nijntjes? Als ik terugdenk aan mijn eigen kleuterkonijnentijd, dan weet ik nog vaag iets over rondhuppelen in maillots op het ritme van een tamboerijn en van prentenboeken in de kring. Verder draaide het vooral om halen en brengen in een grote rode bus, blokkentorens bouwen of die van anderen omgooien, in haagjes verstoppertje spelen en de eeuwige strijd om de skelter. Nergens heb ik een herinnering aan ‘de klas’, terwijl konijnen toch echte groepsdieren zijn. Die heb ik wel aan groep 8, waarbij ik mijn klasgenoten veel scherper voor de geest heb. Met in de verte het besef van een groepsgevoel en een bitterzoete traktatie als afscheid. Dat heeft niet alleen met mijn geheugen te maken.

 

In zekere zin zie ik kleuters als egocentrische groepsdiertjes in wording. Natuurlijk kunnen ze samen dingen delen, maar ze willen toch heel graag eerst zelf met die blitse kiepwagen spelen. Als de juf of meester vertelt dat je het goed doet, voelt dat als een warme deken. Veel meer dan wanneer een groepsgenootje dat zegt. Zij zijn het belangrijkst om hen tijdens de eerste weken op de kleuterschool een gevoel van veiligheid en acceptatie te geven.

 

Het perspectief van een kleuterkonijn

Mocht ik gisteren nog eindeloos met mijn favoriete speelgoed spelen, nu word ik zomaar uit ‘mijn bouwhoek’ gehaald voor iets spannends als de kring of een andere samen-activiteit. Soms mag ik zelfs helemaal niet spelen in de hoek, waar ik nou juist zo’n zin in heb. Dat kan me boos en verdrietig maken. Ook papa en mama moeten wennen, want ze kunnen niet meer appen dat ze even wat later komen. Fruit moet plots in de fruitmand, tassen in de tassenmand en mijn werkjes en nieuwsbrieven zitten toch echt in het vakje met mijn naam erop.

 

Ondanks dat de juf de lakens uitdeelt, let ik ook op welk kind de baas is als ik samenspeel. Want naast mijn eigen verwondering over hoe alles werkt en gaat, krijg ik op deze leeftijd steeds meer oog voor de ander. Samen deelnemen aan activiteiten en spelletjes zorgt ervoor dat ik nog meer plezier kan maken dan in mijn eentje. Daarbij vind ik het helemaal niet erg om spelletjes te herhalen, want daar houd ik van: dezelfde verhaaltjes of spelletjes geven me de kans om steeds weer nieuwe dingen te ontdekken. De regels leer ik vooral door ze tijdens concrete gebeurtenissen te bespreken, want ik kan ze echt niet allemaal onthouden. En wat ik bedenk, heb ik vooral van volwassenen gehoord.

 

Theorie over groepsvormingsfasen

Vanwege de instroom op verschillende momenten gedurende het schooljaar kun je wat betreft het doorlopen van de groepsvormingsfasen van Tuckman stellen dat er bij kleuters continu sprake is van een oriëntatiefase, met af een toe een vleugje storm (conflictfase). Bedenk wel dat kinderen pas rond de leeftijd van groep 5/6 gevoeliger zijn voor goedkeuring van klasgenoten en deze ‘groepsgevoeligheid’ piekt gedurende de puberteit. Toch hebben kleuters wel een notie van een groep en van verschillende soorten groepen. Een rij mensen die voor de bus wacht is bijvoorbeeld anders dan een verzameling kinderen die op een veldje achter een bal aan rennen.

 

Ook al is de leerkracht met zijn invloed veel belangrijker dan leeftijdsgenootjes, niet alles is maakbaar. Zo wilde ik mijn kleuternichtje laten samenspelen met ons even oude buurmeisje, want ze hielden allebei van met poppen spelen. Na de tweede vijf-minuten-poging hebben we het maar opgegeven. Met beiden is het overigens helemaal goed gekomen. Dezelfde processen spelen ook in jouw klas. Er zijn wel degelijk voorkeuren voor bepaalde kinderen of bepaalde (sub)groepssamenstellingen, de welbekende klik.

 

Theorie is zilver, praktijk is goud

Om de gouden weken in de klas tot een succes te maken, is het voor jonge kinderen van belang dat ze zien dat er iets bijzonders aan de hand is. Start het schooljaar daarom met een knal met gouden confetti. Verder moet de klas aangekleed worden met zoveel mogelijk gouden voorwerpen. Kinderen moeten horen en zien dat er wat bijzonders aan de hand is! Laat ze knutselen met gouden papiertjes, schilderen met goudverf en allerlei gouden voorwerpen verzamelen, en verbindt dit aan groepsvormende spelletjes. Geef daarbij steeds aan dat het de gouden weken zijn, waarbij ze leren met wie ze samen in de klas zitten, zodat ze het belang van deze periode begrijpen. Vooral bij jonge kinderen vergeet je weleens te benoemen wat de reden is dat alles zo goud is.

 

Met de gouden voorwerpen doe ik altijd verzameloefeningen. Waar kun je een groepje van maken? Laat de kinderen experimenteren met vormen die bij elkaar passen, maar laat ze zelf meerdere mogelijkheden bedenken. Vergeet niet om een kind te laten verwoorden waarom iets bij elkaar past. Dat is meteen een mooie overgang naar de groepsvormingsactiviteiten. In een klas maak je immers ook groepjes, maar waarom kiest het ene kind de een en niet de ander? Ik gooi dat altijd open op tafel. Stel dat de juf een paar kinderen uit de klas leuk vindt en alleen met hen wat doet? Vaak komen ze al snel tot de conclusie dat dit niet goed is. Maar waarom mogen zij dat dan wel? Het is als leerkracht prachtig om deze gesprekken te voeren en ze tot nadenken te stemmen.

 

We horen in de klas allemaal bij elkaar

Na zo’n gesprek kun je een aantal activiteiten rondom groepsvorming doen. Pingpong met de gouden ballen, dat is elke keer weer een succes en vraagt van kinderen veel samenwerking. Ik spuit vier pingpongballen goudkleurig en deel aan iedereen rietjes uit. Dan leg ik vier gouden bakjes in het lokaal op de kant. Ik maak vier groepjes en trek op vier plekken in het lokaal een lijn. Achter elke lijn start een groepje. De bedoeling is dat ze door samen te werken het pingpongballetje in het gouden bakje zien te krijgen. Vooral in het begin van het schooljaar haal je al observerend meteen de leiderstypes, de volgers en de logische denkers eruit. De kinderen beleven hier dankzij de samenwerking veel plezier aan. Bovendien willen ze graag winnen en daar kan niet iedereen even goed tegen. Als je in vier groepen werkt, merken de kinderen niet zo snel dat een andere groep al verder is.

 

Heb oog voor verandering

Jonge kinderen zijn gevoelig voor verandering. Een spel kan dan helpen. Bij het spel ‘Wat is veranderd’ maak je een rijtje met vier kinderen, bijvoorbeeld in een gouden hoepel, en laat je hen elkaar goed bekijken. Daarna moet de groep de ogen dichtdoen. Verander een kleinigheid aan elk kind en laat de anderen raden wat er is veranderd.

 

Andere leuke werkvormen om een beetje aan elkaar te wennen zijn ‘Aap de leider na’ en ‘Ritme klaar’. Bij de eerste doen de kinderen jouw beweging na, bij de laatste doen ze jouw geklapte ritme na. Wissel bij werkvormen geregeld door, denk na over de samenstelling van de groepjes en wees niet bang om te herhalen.

 

Verder kun je aan de hand van kringbesprekingen met prentenboeken over de thema’s ‘samen’ of ‘verschil’ op een aansprekende manier aandacht besteden aan groepsregels en aan gericht leren oog te hebben voor elkaars opmerkingen. Samen met het investeren in oudercontact door huisbezoeken heb je dan de belangrijkste bouwstenen van je konijnenhok te pakken.


Meer weten? Werkvormen beschreven in dit artikel vind je in het boek de Gouden Weken 2.0. Blader eens naar samenwerkingsvormen zoals ‘de Marshmallow Challenge’ of ‘de Cup Stack Challenge. www.goudenweken.nl

 

Deel dit artikel